Refresh loader

Auntie, auntie, and me?!

Auntie, auntie, and me?!

Ik haal de ballon tevoorschijn en begin hem op te blazen. Waar ter wereld ik ook ben, ballonnen doen het altijd goed. Dus ook voor mijn Afrika-avontuur heb ik mijn backpack vol ballonnen gestopt. Ik gooi de opgeblazen ballon de lucht in en zet me schrap voor een gezellig potje ballon meppen. Helaas loopt het anders. Van alle kanten rennen er kinderen op de ballon af. Er wordt wel degelijk gemept, maar niet naar de ballon. Binnen drie tellen worden er her en der klappen uitgedeeld, vallen er kinderen op de grond en rent er een kleuter met de ballon weg. Ik leer al snel mijn eerste les: de kinderen hier zijn arm en willen alles voor zichzelf houden. Delen hoort daar niet bij. Samen spelen met een ballon ook niet.

De dagen erop merk ik wat het gemiddelde speelgoed in dit child center voor kansarme (straat)kinderen wél inhoudt. Favoriet is het blonde barbiehoofd. Daarop volgen de moeren, tandenborstels en plastic voorwerpen die bij voorkeur in de mond bewaard worden. Hetzelfde geldt voor ballonresten, waterdopjes, stukken papier en mijn kwijtgeraakte laptoptoets.

Ik heb besloten mijn speelgoed achterwege te laten en over te gaan op iets anders: mijn creativiteit en enthousiasme. Ik rap en dans erop los, leer Oegandese liedjes, speel basketbaltoernooitjes en zet mezelf met liefde meermaals voor schut (zie rap en dans). Dit heeft enig effect. De kleintjes klimmen op mijn schoot, willen mijn haren vlechten en mijn hand vasthouden. Dezelfde hoeveelheid kinderen probeert mijn teennagels eruit te trekken, me te knijpen tot mijn witte huid rood ziet of met vlakke hand in mijn gezicht te slaan. Ik probeer aardig te blijven, maar dat levert weinig op. Dus als de vijfjarige Anita me voor de derde dag op een rij heel hard knijpt, pak ik haar arm stevig vast en knijp ik keihard terug. Ze kijkt me verbaasd aan en wrijft over haar pijnlijke arm. Vervolgens lacht ze respectvol naar me en houdt sindsdien haar handen thuis.

Ook andere kinderen vechten letterlijk voor wat aandacht. Ze meppen elkaar in elkaars gezicht voor een plekje naast me of op mijn schoot. Ze trekken potloden en papier uit elkaars handen. Gisteren las ik een boek voor aan wat kinderen. Very peaceful, al zeg ik het zelf. De vierjarige Isaac kwam aangelopen en wilde meedoen. “Auntie, auntie, and me?!” zei hij verontwaardigd, terwijl hij zich ruw door het groepje kinderen heen wurmde en op het hoofd van een kind ging zitten. Het meisje begon heftig te krijsen en een andere kleuter haalde flink uit naar Isaac. Isaac sloeg keihard terug en wist vervolgens niet hoe snel hij weg moest komen. Terwijl ik Zainebo aan het troosten was en over haar hoofdje wreef, zag ik nog net een glimp van Isaac. Schaterlachend huppelde hij de hoek om – met een grote glimlach een laatste keer achteruitkijkend naar zijn achtervolger.

Kinderen en Afrika; het gaat nog een hele uitdaging worden. Maar weet je wat?

Challenge excepted!

Follow by Email
Facebook
Pinterest
Instagram